Het Gezinshuis
een thuis buitenshuis

Soms kunnen kinderen om wat voor reden dan ook, niet meer thuis wonen. Topaze biedt hen binnen de gezinshuizen, de mogelijkheid om te wonen op een plek waar het gewone leven centraal staat en waar zij zich mogen ontwikkelen op een manier die aansluit bij wat er nodig is.

In de gezinshuizen wonen kinderen in de leeftijd van 8 tot 18 jaar (met een eventuele uitloop tot 23 jaar), die op korte termijn niet thuis kunnen gaan wonen. Een gezinshuis wordt gerund door twee gezinshuisouders, zij bieden plek aan meerdere kinderen. De gezinshuisouders hebben een brede professionele werkervaring met kinderen, zij nemen niet de rol van ouders over, maar gaan vooral de samenwerking aan met ouders.

Hierdoor is het wonen binnen een gezinshuis voor kinderen een warme plek die vertrouwd voelt, maar die ook voldoende ruimte biedt voor ouders om hun positie te behouden. Ouders en kinderen kunnen hierdoor vaak makkelijker accepteren dat het wonen binnen het gezinshuis voor het kind ook fijn mag zijn, ook al doet het soms pijn dat het thuis (nog) niet lukt. Ouders zijn welkom om op bezoek te komen en als dit mogelijk is, kunnen kinderen ook met regelmaat thuis bij ouders logeren in het weekend of tijdens vakanties.

Het doel van wonen binnen een gezinshuis is dat kinderen tot ontwikkeling komen op een veilige plek. Dit doen we door het kind voorop te zetten en te denken en handelen vanuit de behoefte van het kind. Om dit te bereiken werken we samen met alle mensen die voor een kind belangrijk zijn. Natuurlijk zijn dat de (biologische) ouders, maar ook familie, het netwerk en de professionele hulpverleners om hen heen. Het is belangrijk dat iedereen aan dezelfde doelen werkt. Als er teveel pijn en boosheid is bij het kind en/of ouders waardoor samenwerken niet mogelijk is, dan is een gezinshuis niet de passende plek.

Het is voor een kind een onmogelijke opdracht om te wonen binnen een gezinssituatie die niet “goed” bevonden wordt door jezelf, of door de mensen waar je van houdt. Voor gezinshuisouders is er diezelfde onmogelijke opdracht: zij kunnen niet de zorg en verantwoordelijkheid voor de veiligheid van een kind dragen, als het kind zich telkens afzet of wanneer samenwerken met ouders niet mogelijk is. Je hebt elkaar keihard nodig om het wonen binnen een gezinshuis voor het kind tot een succes te maken.